B1 schrijven? Maak deze fouten niet meer!

Jouw content moet vlammen. Lezers moeten aan je lippen hangen en doorklikken zonder nog met vragen te zitten. Maar het lukt je niet. Hoe meer je schrijft, hoe meer je verwikkeld raakt in je eigen woorden. Terwijl jij juist probeert B1 te schrijven zodat je teksten begrepen worden. Vermijd deze 5 valkuilen en B1 schrijven wordt je tweede natuur. 

1. Werkwoorden in overvloed

Schrijven is schrappen. 

Vaak zouden een aantal werkwoorden al geschrapt kunnen worden.
Vaak kun je een aantal werkwoorden schrappen. 

Het is een wat ambtelijke gewoonte, maar we maken ons er allemaal schuldig aan: het gebruik van te veel werkwoorden. Tijd om daar verandering in te brengen. De extra werkwoorden zijn niet meer dan opvulling. Een wirwar van bomen waardoor de lezer het bos niet meer ziet. Hak deze bomen om en de lezer vindt vanzelf de weg weer. 

Daarom luisterden we vroeger op de basisschool liever naar een geïmproviseerde spreekbeurt, dan naar iemand die zijn spreekbeurt van zijn briefje oplas. Spreektaal is ook actieve taal. Perfect voor B1 teksten.

2. Verkeerde synoniemen

Taalniveau B1 staat voor korte, duidelijke zinnen en makkelijk taalgebruik. Let op! De tekst mag niet zijn doel voorbij schieten. Door bijvoorbeeld verkeerde synoniemen te gebruiken wordt je tekst op B1 niveau onduidelijker. Het woord ‘zaken’ als synoniem voor het woord ‘spullen’, dekt de lading net niet. Want met ‘zaken’ kan je ook ‘handel’ bedoelen. Beter is het synoniem ‘goederen’. 

Pas wel op bij het gebruiken van synoniemen. Heb je alleen al een alinea aan uitleg nodig voor dat ene woord? Gebruik het dan niet.

Kun je moeilijke woorden echt niet omzeilen? Voeg dan een begrippenlijst toe. En volg deze stappen.

3. Niet zeggen wat je bedoelt

‘De billen bij elkaar knijpen’, ‘het hoofd boven water houden’ en ‘de katjes in het donker knijpen’. Laaggeletterden lezen deze uitdrukkingen letterlijk. Zie jij de katjes al voor je? Daarnaast loop je het risico dat die leuke metafoor in de verkeerde context wordt geplaatst. Of iemand niet snapt waar je precies op doelt. Sla je weer de plank mis.  

4. Onnodige uitdrukkingen

In het kader van, ten aanzien van, omtrent en met betrekking tot. Deze uitdrukkingen heb je echt niet nodig in B1 teksten. Toch worden ze vaak gebruikt, vooral in ambtenarenland. Bijzonder. Want dit soort uitdrukkingen zijn vaak makkelijk te vervangen door voorzetels zoals bij, aan en over. Leest toch een stuk prettiger.   

5. Je bent te formeel

In navolging van, reeds, in verband met. Het formele taalgebruik ben je misschien wel gewend. Maar het leest niet echt prettig weg op je website. Hup, een lezer die afhaakt. Jouw lezer wil ze betrokken en aangesproken voelen. En snappen wat je zegt. Ook hier geldt weer: vervang deze woorden en maak het de lezer makkelijker. 

Zie het verschil:

In navolging van de kudde, sprong ook het laatste schaap over de dam.
Na de kudde, sprong ook het laatste schaap over de dam.

Simone trok haar jas aan in verband met de regen.
Simone trok haar jas aan omdat het regent.

Ik heb reeds boodschappen gedaan.
Ik heb al boodschappen gedaan.

Vorige
Vorige

Bereik jouw doelgroep met teksten voor laaggeletterden

Volgende
Volgende

Bye, bye jargon! Doe de bullshit-bingo